Functieclassificatie sector

In de sector is een analytische functieclassificatie van toepassing.

Een functieclassificatie is een methode om de verschillende functies een

plaats of rangorde te geven. Voordeel van een classificatie is dat de willekeur

van de werkgever naar individuele werknemers of groepen van werknemers

kan beperkt worden.

In het PC306 zijn de functies opgedeeld in 8 klassen. De ‘hoogste’ kaderle-

den vind je in klasse H , de ‘laagste’ bediende in klasse A. Dit legt enkel de

minimumnormen vast. In de ondernemingen kunnen tussencategorieën,

andere benamingen of graden voorkomen zonder dat dit de toepassing van

de sectorale minimumregels evenwel in het gedrang mag brengen.

De sectorale functieclassificatie steunt op 67 voorbeeldfuncties waarbij de

functietitel slechts geldt als indicatie. Je vindt de lijst op onze website. Elke

bedrijfsfunctie moet vergeleken worden met de sectorale voorbeeldfunctie

op basis van de concrete functie-inhoud in de onderneming. De syndicale

afvaardiging in jouw bedrijf beschikt over de sectorale functiebeschrijvingen.

Bij indiensttreding moet de werkgever je op de hoogte brengen van de klas-

se die op jou van toepassing zal zijn. Vergeet ook niet dat heel wat bedrijven

in de sector een eigen functieclassificatie hebben met een eigen loonbeleid,

geënt op deze classificatie.

Je maandloon in de sector

Het loon dat je elke maand op je rekening krijgt, moet minstens gelijk of

hoger zijn dan de sectorale barema’s gekoppeld aan de 8 sectorale klassen.

Maar de koppeling, met nieuwe aan de bestaande functies aangepaste sec-

torbarema’s is er tot nog toe niet gekomen. Dit wil zeggen dat we wel al met

een nieuwe classificatie werken maar dat we voor de barema’s nog moeten

kijken naar de oude barema’s. Dit brengt in de praktijk soms verschillende

interpretaties en discussies met zich mee. Mocht u hiermee te maken krijgen

of specifieke vragen hebben, contacteer ons gerust.

Het sectorale minimumloon wordt bepaald op basis van het aantal jaren

beroepservaring als werknemer, zelfstandige of ambtenaar, verhoogd met

de periodes van niet werken die gelijkgesteld worden met arbeidsprestaties.

In de sector heeft men er voor geopteerd om volgende periodes gelijk te

schakelen:

• alle periodes binnen een professioneel milieu (ondermeer: interims,

stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, vrijwilligerswerk,…);

• de jaren van studies en eventuele jaren van legerdienst of vervangende

burgerdienst;

• alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof…);

• de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale

wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit…).

Ook belangrijk: deeltijdse prestaties worden gelijkgesteld met voltijdse

prestaties.

Bij aanwerving moet je aan de werkgever alle informatie over je beroepsver-

leden en over de gelijkgestelde perioden overmaken, zodat het juiste start-

loon kan worden vastgelegd. Als je ervaring vastligt, kan je je loon aflezen in

één van de 8 loonschalen (5 voor bedienden en 3 voor kaderleden). Het zijn

bruto minimumlonen per maand.